Een veilige plek

Een veilige plek

SSV moet altijd een veilige plek zijn voor iedereen!

SSV moet een fijne en veilige omgeving zijn voor iedereen. Toch kan het voorkomen dat leden stoppen met sporten omdat ze het niet naar hun zin hebben. Soms wordt daarbij aangegeven dat er ongepast over iemand gesproken of zelfs gepest is.

Dat willen we niet.

Als klein clubje ken je iedereen zo’n beetje wel omdat we elkaar altijd en overal tegenkomen. Toch vinden wij het belangrijk om onze verantwoordelijkheid te nemen en duidelijk uit te dragen dat ongepast gedrag en pesten geen plaats heeft bij SSV. En ook al denken we dat er geen drempels zijn en staat de deur voor iedereen open om te praten… toch blijken ze er te zijn. Daarom hebben we hier alles op een rijtje gezet.

Wil je alles offline nalezen of printen? Klik hier voor een pdf met dezelfde inhoud.

Gewenst gedrag – Huisregels

Hieronder staat op een rijtje het gedrag dat we 99% van de tijd zien maar waar we soms nog even aan moeten denken. Help elkaar om SSV een fijne en veilige plek te houden.

Toon respect en wees sportief:

  • Denk aan een ander en zorg voor elkaar!
  • Zonder tegenstander geen wedstrijd
  • Winnen kun je alleen als je ook kunt verliezen
  • De scheidsrechter is ook een mens
  • Sport is er voor iedereen; niet alleen voor uitblinkers
  • Als toeschouwer ben je te gast
  • Die ‘lastige’ vrijwilliger zorgt er voor dat jij kunt sporten

Beperk overlast:

  • Ook een vereniging heeft buren
  • Hekken en toegangspoorten staan er niet voor niets
  • Niemand hoeft te struikelen over jouw fiets of tas
  • Iedereen wil zonder schade aan de auto het parkeerterrein af
  • Rook je nog!? Niemand hoeft jouw sigarettenrook te inhaleren. Niet binnen maar ook niet buiten op het terras
  • Alcohol drinken we gezellig en met mate. Onder de 18 drinken we niet

Hou het heel en schoon:

  • Niemand hoeft achter jouw troep aan te lopen; afval hoort in de afvalbak; in de kantine zit niemand in de bediening en iedereen zit graag in een nette kleedkamer
  • De kleedkamer is er niet voor vieze schoenen
  • Deuren, hekken en muren zijn er niet om frustraties op af te reageren
  • Ruim spullen weer netjes op, niemand zit op een speurtocht te wachten

Help een handje mee:

  • Eerste/laatste wedstrijd van de dag? Richt de velden in en/of ruim ze ook weer op
  • Tuurlijk help je als iemand even je hulp vraagt
  • Iedereen is een vrijwilliger; de vereniging dat zijn wij!

Ongewenst gedrag

Vaak zijn mensen het zich niet er niet eens van bewust dat ze ongepast gedrag vertonen. Vaak durven mensen die dit ervaren zich hier niet over uit te spreken. In de groep is dit nog veel lastiger. En als je jong bent moet je nog veel leren en ervaren. Een “lolletje” kan  iemand ongemerkt veel verdriet doen.

Grenzen: Sommigen grenzen zijn eenvoudig en zwart & wit maar de meesten zijn grijs en voor iedereen verschillend. Respecteer de grens van een ander, die van jezelf is niet de norm!

Intimidatie: Niet iedereen is even mondig en of je nu coach,  trainer of aanvoerder bent: bij SSV telt iedere stem even zwaar en is iedereen even belangrijk. ‘Bully-gedrag’, negeren of kleineren wordt niet getolereerd!

Pesten: Pesten is het uitsluiten van een enkele persoon of personen van groepen en sub-groepen. Steeds dezelfde grap, flauwe bijnamen, uitsluiten en uitlachen zijn kenmerken hiervan. Pesten wordt niet getolereerd en moet actief vermeden worden!

Intimiteit: Fysiek contact en intimiteit in de sport horen bij elkaar. Sporten, motiveren, juichen en troosten… het is er allemaal. Ongewenste en zeker seksuele intimiteiten (fysiek of verbaal) worden niet getolereerd! Denk aan de grens van een ander.

Jouw en onze verantwoordelijkheden

Hoe we met elkaar omgaan bepalen we samen door ons eigen handelen. We  onderschrijven allemaal de uitgangspunten van gewenst en ongewenst gedrag.

Bestuur: Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur om actief beleid te voeren op veiligheid en de organisatie zo in te richten dat onregelmatigheden tijdig herkend en voorkomen kunnen worden.

Vrijwilliger: De coaches, trainers en leiders voorkomen ongewenst gedrag door actief hierop te letten en de groepssamenstelling zo te variëren dat (sub)groepjes niet ontstaan waarmee het individu tot zijn recht komt. De vrijwilliger vermijdt (de schijn van) ongepaste intimiteit.

“Dader”: Wie is die dader? Ben je zelf ook dader? Vaak ben je niet bewust van de impact die jouw gedrag op anderen heeft. Sta eens stil bij hoe je jezelf gedraagt ten opzichte van anderen? Vraag eens aan die ander wat die daar van vindt? Misschien dat je toch iets moet veranderen om het voor die ander leuker te maken.

“Slachtoffer”: Sommige grenzen zijn voor iedereen duidelijk maar de meesten niet. Geef op tijd (eigenlijk direct) je grenzen aan. Hoe langer je er mee wacht hoe meer de norm van de ander aanvaard wordt als normaal en hoe moeilijker iedereen het vindt om er later alsnog over te spreken of het te veranderen. Word geen binnenvetter maar doe er altijd iets mee! (zie verderop).

“Toeschouwer”: Als toeschouwer kun je ook “dader” en “slachtoffer” tegelijk zijn. Door niet in te grijpen of te signaleren laat je een ongewenste situatie voorduren.

Bespreekbaar maken

Een fijne en veilige vereniging komt er alleen als we er met elkaar over praten en elkaar erop kunnen en durven aanspreken. Voor “slachtoffers” misschien moeilijk en voor “daders” misschien schrikken… Waarom zou dat niet kunnen?

Spelregels:

1.Ieder jaar bespreken onder leiding van de coach, trainer en leider hoe we met elkaar omgaan en hoe we elkaar hierop kunnen en mogen aanspreken.

2.Voordat we iets bespreken denken we na over ons eigen handelen en die van een ander… hoe zou iets voor een ander zijn en waarom zou iemand iets doen? Vaak zijn er vele mogelijkheden.

3.Maar we gaan niet bij de pakken neerzitten! Zoek een moment om het gesprek aan te gaan. Bespreek dit ook thuis of met een vriend of vriendin.

4.Heb je het gevoel dat je hulp nodig hebt of stopt het niet? Bespreek het met de coach, trainer of leider van je team of die van een ander team. Die kan dit ook bespreken met de andere coaches, trainers en leiders.

5.De coach, trainer of leider zal je helpen maar wanneer je dit niet of onvoldoende ziet gebeuren dan kun je altijd aandacht vragen bij het voetbal-, of handbalbestuur. Dit willen we graag weten want de coaches, trainers en leiders zijn ook onderdeel van de groep en zien en horen niet altijd alles.

6.Ben je werkzaam als vrijwilliger? Bespreek het met je contactpersoon in het bestuur of met iemand anders binnen het bestuur waar jij je prettig bij voelt.

7.Tot slot. Mocht jij met een probleem zitten dat met helemaal niemand bespreekbaar is dan is het fijn om te weten dat er toch nog iemand is om mee te praten… onze vertrouwenspersoon!

Vertrouwenspersoon en hulp vragen

Binnen de club is Kees Kiemel (06-83705387 / Droogmakerij 39, 1841 GZ Stompetoren) de contactpersoon voor ongewenst gedrag. Deze kun je altijd benaderen en zal samen met jou op zoek gaan naar de beste oplossing binnen de club. Deze contactpersoon is echter wel onderdeel van SSV.

Mocht je het bezwaarlijk vinden om iemand van de club in vertrouwen te nemen dan is er een vertrouwenspersoon die op geen enkele wijze verbonden is aan de club. Het is aan jou en de vertrouwenspersoon om te bepalen wat de beste oplossing is. De vertrouwenspersoon weet de weg naar de club maar ook naar andere officiële (hulp)instanties. Deze vertrouwenspersonen zijn georganiseerd via het NOC&NSF.

http://www.knvb.nl/over-ons/contact/vertrouwenspersonen

Informatie via http://www.nocnsf.nl/vertrouwenspuntsport

Tot slot zal SSV altijd naar vragen, wensen of problemen luisteren wanneer deze door een persoon worden aangedragen die jij vertrouwt maar die niet de contactpersoon of de vertrouwenspersoon is. Want voorop staat dat SSV een veilige plek is voor iedereen.

VOG-Beleid

SSV is van mening dat een VOG slechts een beperkte meerwaarde heeft voor de vereniging in de preventie van misbruik. Er zijn zoveel vrijwilligers en zoveel wisselingen dat een VOG nooit alertheid van ons allen kan vervangen. Veiligheid creëren we samen.

Toch vinden we het belangrijk om risico’s te beperken en voor die taken die omgang met pupillen en junioren inhouden een VOG aan te vragen.

Daarnaast hebben bestuursleden en een aantal vrijwilligers een bredere verantwoordelijkheid en toegang tot de accommodatie waarvoor wij het aanvragen van een VOG ook een risico-beperkende maatregel vinden.